Peeters en Den Hollander komen elkaar geregeld in het veld tegen. Beide zijn voorlopers in het combineren van mineralenbenutting en goed bodembeheer. Deze activiteiten versterken elkaar en zijn niet los van elkaar te zien. Door de benutting van de mineralen te verbeteren, verminderen de emissies naar grond- en oppervlaktewater. Peeters legt uit: “Het is heel simpel. Als een koe meer voedingstoffen uit de bodem kan halen door de benutting van de mineralen te verbeteren, dan hoeft de ondernemer minder krachtvoer aan te schaffen. Dat is beter voor de portemonnee. Tegelijkertijd wordt de integrale kringloop op het bedrijf verbeterd en verminderen de emissies naar grond- en oppervlaktewater.”
Schat aan informatie
Het project ‘Bodemwijzer’ is bedoeld om agrariërs inzicht te geven in de mogelijkheden die de kringloopwijzer biedt en hen te stimuleren deze bedrijfsmatig in te zetten. Peeters: “Momenteel worden de meeste kringloopwijzers ingevuld door de voerleveranciers of externe adviseurs. Het gaat er bij melkveehouders vooral om dat ze voldoen aan de normen die de zuivelindustrie stelt. Met de schat aan informatie die de kringloopwijzer verder nog oplevert, doen ze niets. Wij wilden hen zelf laten ervaren dat de kringloopwijzer gebruikt kan worden als managementtool waarmee hun bedrijfsvoering efficiënter uitgevoerd kan worden.”
De ambitie van Peeters en Den Hollander rijkt verder dan de melkveesector. Ook andere agrarische ondernemers, zoals varkenshouders met maisland en akkerbouwers worden in het project meegenomen. Peeters licht toe: “Voor elke agrariër geldt dat een afweging van de kosten en baten zicht geeft op het financieel perspectief. In het project nemen we hem actief mee in het financiële voordeel dat door goed gebruik van de kringloopwijzer kan worden behaald.” Daar ligt ook duidelijk een drijfveer van Peeters. Met een achtergrond als boerenzoon, een studie aan de HAS Hogeschool en werkervaring in de accountancy, wil hij agrarische ondernemers helpen ondernemen; hen tools aanbieden en inzicht geven in hoe het ook zou kunnen.
Voeten in de klei
Den Hollander legt uit dat het traject een praktische en interactieve insteek heeft: “We zijn bij alle deelnemende ondernemers gestart met een nulmeting van de kringloopwijzer. Vanaf dat uitgangspunt hebben we in een zestal ‘Bodemwijzer’-bijeenkomsten informatie gegeven over hoe en waar verbeterpunten te behalen zijn. In kleine groepen kregen de agrariërs kennis van beschikbare maatregelen en innovaties en hebben zij een kringloopwijzer, bodemwijzerplan en een organische stofbalans voor het eigen bedrijf gemaakt. Vervolgens zijn ze in hun eigen bedrijf aan de slag gegaan met de maatregelen. Daarnaast hebben we demodagen georganiseerd om teelttechnieken te bestuderen op het veld, zijn bodemonderzoeken verricht en zijn de gewassen gemeten en gewogen. Alle deelnemers waren enorm gemotiveerd om zelf met de tools te kunnen werken. Dat is ook wat bodemwijzer zo sterk maakt. De theorie wordt afgewisseld met daadwerkelijk met de voeten in de klei staan bij de ondernemer, kijken hoe de bodem er uit ziet.” Peeters voegt toe: “Hoe langer de cursus loopt, hoe meer onze rol verandert van adviseur naar gesprekleider. De deelnemers leren van elkaar. Ze maken elkaar enthousiast om nieuwe maatregelen op te pakken. Dat is ook juist de doelstelling.”